BPA

College van B&W der Gemeente Amersfoort

T.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper, Amersfoort, 29 maart 2005.

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

Op grond van artikel 37 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

Inleiding:

Het BPA heeft op 9 maart 2005 vragen gesteld aan het college over de financiële situatie in de Publiek Private Samenwerking (PPS) Vathorst – OBV ( vragen 2005, nummer 24, reg: 1690102 )

Omstreeks 22 maart 2005 heeft het college de BPA hierover geantwoord.

In deze antwoorden, maar ook in de Amersfoortse Courant, geeft burgemeester van Vliet en het college aan dat er over de financiële situatie met betrekking tot het project Vathorst geen zinnig woord gezegd kan worden tot na de definitieve oplevering van het project.

Landelijke projecten als de HSL, Betuwelijn en de Schiphol tunnel hebben pijnlijk aan het licht gebracht dat financiële beheersing van grote projecten onvoldoende is binnen de overheid waardoor de overheid onverantwoorde risico’s loopt bij dergelijke projecten waarvoor de burger uiteindelijk de rekening betaalt.

Met een dergelijk antwoord van de burgemeester lijkt ook Amersfoort in deze valkuil te stappen. Hoe kan een gemeente nu sturen en reageren op mogelijke financiële tegenvallers als zij blijkbaar niet in staat is om tussentijds een balans op te maken op basis van de meest recente inzichten en uitgangspunten in omvangrijke projecten als Vathorst?

Indien beursgenoteerde bedrijven niets kunnen zeggen over de toekomst en niet kunnen aangeven of zij winsten of verliezen zullen behalen dan betekent dit onrust op de kapitaalmarkt. Die onrust leidt onherroepelijk tot een lagere koers van het aandeel doordat de rendements-eis vanwege die onzekerheid zal gaan stijgen.

Als de gemeente dus dergelijke teksten in de media roept betekent dit ook onrust. Onrust onder de burgers. Zij vrezen immers voor het (onbeheersbaar) gaan bedienen van de knoppen die Vathorst beheersen, zoals verhogen van het bouwquotum, verdichting van de bebouwing, minder groen, vertraging van openbare voorzieningen, minder sociale woningbouw etc

Op dit moment weten we het niet en moeten we, volgens de burgemeester van Amersfoort, nog jaren wachten voordat dit daadwerkelijk aan het licht komt. Wedden dat het huidige college, onder leiding van de huidige PvdA Wethouder van financiën dan niet meer aanwezig zal zijn…………?

Stelt u zich eens voor dat uw aannemer een schatting maakt van het meerwerk van uw eigen huis en u doodleuk vertelt dat over de werkelijke kosten geen zinnig woord kan worden uitgesproken totdat alles klaar is. Denkt u dat die kosten aanzienlijk lager zullen uitvallen dan u had voorzien c.q. u is voorgespiegeld?

Bovenstaande brengt ons tot de volgende vragen:

1) Kan het College aangeven wat op dit moment, op basis van de laatst bekende inzichten en gehanteerde uitgangspunten, het exploitatiesaldo is van het ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV) over de afgelopen 8 jaren, per boekjaar ?

2) Indien dit afwijkt van het vooraf ingeschatte bedrag, kan het College dan op hoofdlijnen aangeven wat de oorzaken zijn van deze afwijkingen?

3) Wat is, op basis van de huidige inzichten en meest recente uitgangspunten, de schatting van het uiteindelijke exploitatiesaldo van het ontwikkelingsbedrijf Vathorst na realisatie van het gehele project?

4) Indien er sprake is van een geschat tekort na afloop van het project, hoe gaat het College dit tekort financieren?

5) Indien de gemeente niet in staat is om nu een inschatting te geven, op basis van de huidige inzichten en uitgangspunten, is er dan niet sprake van een enorm potentieel risico voor de gemeente die zowel nadelig als voordelig kan uitpakken voor de gemeente en waarvan de omvang dus ook aanzienlijk kan zijn?

6) Indien dit risico er volgens het College niet is, op welke wijze heeft het College dit dan NU kunnen vaststellen als men blijkbaar pas na afronding van het project een goed beeld heeft van de kosten en opbrengsten.

7) Indien dit risico er wel is, welke maatregelen neemt het College, of gaat het College nemen, om deze risico’s te matigen?

8) Kan het College bevestigen dat alle hoofdlijnen, zoals geformuleerd in het definitieve bestemmingsplan, zullen worden gerealiseerd, dus inclusief het volledige voorzieningenniveau in de wijk Vathorst?

9) Kan het College bevestigen dat er wel degelijk de intentie is geweest, en de indruk is gewekt, om door een zogenaamd omslagfonds, gelden vanuit de exploitatie van Vathorst te reserveren voor (aanvullende) projecten in de stad?

10) Is het College niet met ons van mening dat een uitspraak “als zou men niet weten wat, op basis van de huidige inzichten, het exploitatiesaldo gaat worden” erg ongelukkig is en blijk geeft van financiële onbeheersbaarheid?

11) Indien het OBV de gevraagde informatie met betrekking tot een schatting van het toekomstige exploitatiesaldo niet kan geven, zou het College, als 50 % aandeelhouder van het OBV, dit niet moeten eisen?

12) Zo nee, hoe denkt het College dan te kunnen sturen en slagvaardig te kunnen reageren op mogelijke financiële onzekerheden in dit omvangrijke project?

13) De door uw college aangehaalde factoren die van invloed zijn op de financiële resultaten van het Vathorst project zijn exact de factoren die bij de grotere rijksprojecten hebben geleid tot de conclusie dat sprake is (geweest) van bestuurlijke naïviteit en nalatigheid. Tot welke consequentie(s) leidt dat voor u?

De BPA heeft, ondanks uw eerdere beantwoording, nog steeds de stellige indruk dat het financiële water het OBV tot aan de lippen staat. De recente ontwikkelingen rondom het Eemkwartier en de koppeling daarvan aan het Vathorst Vinex PPS project ( toezeggingen aan aannemers in het CSG Eemkwartier project tot het mogen bouwen van grote quota woningbouw in Vathorst ) stellen ons niet echt gerust.

Daarom zijn we dan ook benieuwd naar de spoedige antwoorden op onze vragen,

In afwachting daarvan, namens de BPA fractie, Hans van Wegen